|
||||||||
Voor zover ik kon achterhalen, dook de naam van dit Russische trio tot op vandaag slechts één keer op in deze kolommen en dat was toen Xango-baas Arnulf den Boesterd hun naam vermeldde in de jaarlijst van de concerten van 2019. Als die man een naam vermeldt, dan gaat ondergetekende toch een op zoek en het toeval wil nu dat, nauwelijks enkele weken in dit nieuwe jaar, er een nieuwe plaat is. Dat is de achtste van het Siberische trio dat uit Krasnoyarsk afkomst ig, maar sinds enkele jaren in Moskou verblijft. De voorbije zomer was er een, die de Siberische natuur serieus te pakken had: bosbranden ter grootte van heel Griekenland en een overheid, die niet (tijdig) ingreep, omdat het economische nut van bossen kennelijk niet groot genoeg is om tijdig en massaal de brandweer in te zetten. De getroffen taïga liep dus schade op, die ten vroegste over een eeuw hersteld zal geraken en intussen zijn een paar generaties Siberiërs serieus gerààkt: in de zomer kunnen ze niet ademen vanwege de bosbranden, in de winter is er de luchtvervuiling, die altijd al erg was, maar deels getemperd werd door de nu goeddeels afgebrande wouden. Hoe dan ook, Vedan Kolod trok naar die lichtjes apocalyptisch geworden regio van herkomst voor de opnames van deze plaat en ze beschouwen deze plaat dan ook als een soort verklankte noodkreet van de Natuur: de Siberische regio was generaties lang het toevluchtsoord voor mensen die op zoek waren naar een beter, gezonder leven en dat is nu voor tientallen jaren om zeep geholpen. De muziek van deze plaat grijpt voor een flink deel terug naar de periode waarin de band ontstond: de Siberische sjamaanse gezangen stonden toen centraal en dat hoor je hier ook op “Fax”, dat door zangeres Tatyana Naryshjina als sleutelnummer van de plaat omschreven wordt. Het handelt over een meisje dat in een vos verandert -een gegeven dat in een woudrijk gebied als Siberië wel eens vaker komt bovendrijven- en dat hier kennelijk de aanzet was tot de uiteindelijke vorm van deze plaat. Die is opgebouwd rond vier “spelletjes”, die de dieren in de natuur spelen. Daaraan werden enkele traditionele (kinder)liedjes toegevoegd om de overgang te maken, zodat je de plaat eigenlijk als een soort vierluik kunt beluisteren. Niet dat dat echt nodig is, want de 42 minuten die de CD duurt, vliégen werkelijk voorbij, vermoedelijk omdat de heel knappe melodieën heel vlot in het gehoor liggen en omdat de gebruikte instrumenten -draailier, dubbelfluit, hoorn, mondharp en nog een zevental hier onbekende blaasinstrumenten- door frontman Valery Naryshkin heel sober, maar bijzonder efficiënt gebruikt worden. Hetzelfde geldt voor de percussie van Daryana Antipova, die samen met Tatiana Naryshkina ook voor heel bezwerende zang zorgt, zodat je deze plaat eigenlijk als een heel lange trip kunt beluisteren. Een trip die je haast fysiek naar de taïga voert en die je laat mee treuren over al wat door het vuur vernietigd werd. Resultaat is een bijzonder indringende en mooie plaat van een ensemble dat maar eens dringend naar West-Europa moet afzakken ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||